zondag 4 september 2016

Midwest 2016

Op weg naar Toronto
De drukte op Schiphol viel mee, maar er was een storing in het systeem waardoor niet werd vermeld bij welke balie we moesten inchecken. Uiteindelijk ben ik toch maar eens gaan vragen waar we heen moesten en daardoor zaten we nog ruim op tijd bij de gate. Dat gold geloof ik niet voor iedereen, want in het vliegtuig bleek er een man of 4 niet aan boord te zijn gekomen...


Door het tellen en hertellen van de aanwezige passagiers zijn we ruim 30 minuten te laat vertrokken op Schiphol. De vlucht ging verder goed, maar toen we bij Toronto aankwamen bleek dat het slecht weer was, met als gevolg een file voor de landingsbaan. Dat werd uiteindelijk 45 minuten rondjes vliegen:


Bij de verhuurbalie van Hertz hadden ze geen midsize SUV staan. Of we misschien een pickup truck wilden. Uhm nee, bedankt. Daar moesten we dus ook nog een tijdje wachten, maar uiteindelijk zijn we in Toronto aangekomen. Het regende nog een klein beetje, met 28 graden: 


Toronto
Vandaag hebben we een dagje door Toronto gelopen. Het ontbijt bij het hotel zag er een beetje freaky uit op de plaatjes, dus zijn we naar een breakfast-toko om de hoek gegaan. Hotdog in een pannenkoek:

Het weer was gelukkig een stukje beter dan gisteren; een graad of 28 en grotendeels zonnig: 

Het logo van de Toronto Blue Jays, bij de fanshop in Eaton Centre:


Vlakbij ligt Nathan Phillips Square. Hier hebben ze soortgelijke letters als in Shinjuku, maar dan uiteraard voor Toronto. Er komen jaarlijks 1,5 miljoen bezoekers op het plein af:


Toen we richting de volgende winkelstraat wilden lopen werden we opeens tegengehouden: lading politieauto's en een "bomb unit" busje. Bleek dat ze opnames aan het maken waren voor een Tv-serie:

De CTV Studio's met een News truck die door de muur lijkt te crashen:


Queen Street leek qua sfeer een beetje op LA: lekker relaxt, allemaal kleine winkeltjes...

… en een Heineken tram:


Toronto, de stad van rapper Drake, die hier een eigen winkel heeft: de OVO-Store. Daar wilden we ook even kijken. Flink eind lopen via een vrij verpauperd Aziatisch buurtje:

De winkel bleek weinig bijzonders te zijn. Leuk om een keer gezien te hebben, maar toen snel weer weg, richting de CN Tower...


Vandaag was een gamedag van de Toronto Blue Jays. De starttijd van de wedstrijd was 13:07. Schijnbaar beginnen ze altijd 7 minuten na het uur omdat ze twee volksliederen moeten spelen, doordat de Blue Jays het enige Canadese team in de MLB zijn. Wel leuk om te zien dat er overal in de stad mensen in Blue Jays shirtjes lopen, zelfs als ze niet naar de wedstrijd gaan.


De CN-Tower, met z'n 553 meter de op twee na hoogste toren ter wereld:


Door de hele stad heen zie je food trucks staan. Dit was we een van de apartere:

Aan het eind van de middag zijn we naar de show van Cirque du Soleil gegaan. Eerst een behoorlijk eind lopen lang het water:


Dit was de achtste keer dat we een Cirque show hebben gezien. De show heette Luzia (een combinatie van licht en regen in het Spaans)...


... en was losjes gebaseerd op de Mexicaanse cultuur. De voorstelling duurde ruim twee uur en bevatte een hoop acrobatiek. En een clown, uit Nederland! 

Vanaf Cirque naar het hotel was nog een kilometer of vier lopen, waarmee we uiteindelijk meer dan twintig kilometer gelopen hebben vandaag. Hoezo vakantie?

Relaxen in Toronto
Na het vele lopen gisteren vandaag maar eens een dagje met de auto op pad gegaan. Hiphop zender gevonden en rijden maar!


Een dagje outletshoppen is het geworden...


"Val, maak 's een foto van die auto naast ons". Beetje vage stickers om in Canada mee rond te rijden. Blijkt dat ze met die 'Fuck U Putin' stickers hun support voor een onafhankelijk Oekraine tonen:


Morgen rijden we naar Detroit. Volgens TomTom zou dat ongeveer 4 uur moeten duren. Eens kijken hoe lang we erover doen bij de grensovergang.


Detroit
Het regende als een gek vanochtend, maar gelukkig hoefden we alleen maar naar buiten om in de auto te duiken. Een goede 400 kilometer van Toronto naar Detroit. Er stond een kleine file voor de grens en we moesten een kantoortje binnen om vingerafdrukken achter te laten, maar we mochten het land weer in:


Eerste stop in de VS is Detroit, de stad van Ford, Motown en Eminem:


Detroit moet haast wel een van de meest verpauperde steden van de VS zijn. Het aantal inwoners is gedaald van 1,8 miljoen in 1950, tot 700.000 nu. Er zijn meer dan 50.000 leegstaande panden in de stad, echt een bizar gezicht als je aan komt rijden en overal om je heen dit soort gebouwen ziet: 
 

Rond de middag zijn we naar het Motown Museum gegaan, ook bekend als "Hitsville USA". In 1959 opgericht door Berry Gordy, met een startbedrag van $800, dat hij leende van zijn familie. Tegen 6% rente: 
 

De studio in de kelder, met een Steinway piano uit 1877. In 2011 bezocht Paul Mc Cartney de studio, toen hij hoorde dat de piano niet meer werkte heeft hij hem laten restaureren, voor $75.000


In een Motown museum mag Michael Jackson natuurlijk niet ontbreken. Al lijkt het ze moeite te kosten om wat over hun grootste artiest te vertellen. Maar goed, ze hebben de hoed en een handschoen, die Michael in 1988 aan het museum heeft gedoneerd:


Van Motown zijn we naar Heidelberg Street gereden. Een bewoner van de straat heeft hier in 1967 het Heidelberg Project gestart, om de straat een beetje op te fleuren. Het begon met het schilderen van wat gebouwen in de buurt…


… maar liep uiteindelijk behoorlijk uit de hand. Een groot aantal van de originele huizen van het project zijn inmiddels gesloopt, maar er staan er ook nog een flink aantal op de nominatie om gesloopt te worden:
 

We slapen in het centrum van Detroit in het Greektown Casino Hotel. Bij inchecken even gevraagd om een kamer op een hoge verdieping en die kregen we. Mooi uitzicht vanaf de 18e verdieping:


Met de People Mover kun je in 13 minuten een rondje door het centrum maken, mooi makkelijk, want het hotel heeft een eigen halte:


Ik had op internet wat foto’s gezien van het Michigan Building; een theater uit 1925 dat gesloopt zou gaan worden om parkeerplaatsen te maken. Maar doordat ze bang waren dat het gebouw ernaast daardoor instabiel zou worden hebben ze een andere oplossing bedacht: een parkeergarage in het oude theater, dat op de plek staat waar Henry Ford in 1892 zijn eerste experimenten met auto’s deed:
 

Op West Lafayette Street zitten twee hotdog toko’s naast elkaar: American Coney Island en Lafayette Coney Island. De eerste is in 1917 geopend door een Griekse immigrant, vlak erna kwam zijn broer ook naar Amerika en die opende Lafayette Coney Island ernaast. De specialiteit is een hotdog met chili. Smaakt een stuk lekkerder dan het eruitziet!


Na het eten zijn we richting het water gelopen, waar een aantal beelden staan. De Spirit of Detroit is en 9 meter hoog bronzen beeld, gemaakt in 1958. Er staat een bijbeltekst op: “Now the Lord is that Spirit, and where the Spirit of the Lord is, there is liberty.”


Het Renaissance Center is het hoofdkwartier van General Motors, dat bestaat uit 7 torens die met elkaar verbonden zijn. De middelste toren is de hoogste toren in de staat Michigan. Er hebben 7000 bouwvakkers aan gewerkt en er zit 186.000 vierkante meter glas aan de buitenkant van de gebouwen: 
 

Een van Detroits bekendste sporters is boxer Joe Louis. Hij was wereldkampioen zwaargewicht van 1937 tot 1949. Bij het water staat een 7,3 meter lange arm met vuist: 
 

Op A. Hart Plaza staan nog een paar standbeelden. Het Transcending standbeeld, als eerbetoon aan Michigan’s bijdrage aan de vakbewegingen, die in Detroit zijn ontstaan: 
 

De Horace E. Dodge & Son Memorial Fountain, die het vreemd genoeg niet deed in de zomerse hitte. Als hij aan is wordt hij met 300 LED-lampjes verlicht:
 

In de Detroit River ligt de Detroit Princess. Deze Riverboat is in 1993 gebouwd in Louisiana en deed oorspronkelijk dienst als drijvend casino. Nu wordt het gebruikt om party cruises op te geven: 
 

’s avonds zijn we in de Joe Louis Arena naar een concert van Drake & Future geweest. Deze hal is de thuisbasis van de Detroit Red Wings:


Het concert was super. Publiek in Amerika gaat helemaal los, zelfs bij een DJ die vooraf stond te draaien zong en schreeuwde iedereen mee. Future kwam tussen het optreden van Drake door: 
 

Als verrassingsoptreden kwam Eminem (zelf uit Detroit) het podium op voor een nummertje, toen werd de zaal helemaal wild:


Tegen 23:45 was de show voorbij. Erg mooi podium, met allemaal verlichte ballen die los van elkaar omhoog en omlaag bewogen:


Chi-town
Vanochtend een beetje uitgeslapen en toen zijn we richting Chicago gegaan. Vlakbij Detroit staat een 25 meter hoge Uniroyal Band:


Na een korte stop bij Lighthouse Place Premium Outlets zijn we naar Gary, Indiana doorgereden. Aan 2300 Jackson Street staat het geboortehuis van Michael Jackson.


Zijn ouders kochten het in 1950 voor $8500. Het huisje is 60 vierkante meter groot en heeft twee slaapkamers. Ze woonden hier met 11 personen!


Katherine and Joseph shared one bedroom with a double bed. The boys slept in the only other bedroom in a triple bunk bed; Tito and Jermaine sharing a bed on top, Marlon and Michael in the middle, and Jackie alone on the bottom. The three girls slept on a convertible sofa in the living room; when Randy was born, he slept on a second couch. In the bitter-cold winter months, the family would huddle together in the kitchen in front of the open oven.

Rond een uur of drie kwam de skyline van Chicago in zicht. Daarna was het nog een goed half uur file rijden…


… we zitten in midtown Chicago. Op de achtergrond Trump International Tower, 423 meter hoog:


Eerste indruk van de stad: het lijkt op een compacte versie van New York. Vanaf het hotel lijken een hoop dingen op loopafstand te liggen, maar dat gaan we de komende dagen bekijken.

M’n heldin: Judge Judy.
"If it doesn't make sense, it's not true."


Chicago
Een dagje door Chicago lopen. Vanochtend vroeg regende het nog en ze voorspelden voor de hele dag matig weer, maar we hadden mazzel. Niks aan het handje, 30 graden, zon en droog.

Het centrum van Chicago is vrij compact, dus je kan naar de meeste bezienswaardigheden lopen. Trump International Hotel and Tower, aan de Chicago River: 

Aan de andere kant staat het Wrigley Building uit 1924, waarin het hoofdkwartier van de kauwgomproducent gevestigd is. Het was het eerste kantoorgebouw in Chicago met klimaatbeheersing. Wel nodig met zulke warme zomers!

Aangezien de rivier door een groot deel van de stad heenloopt zijn we een stukje met de watertaxi gegaan:


De metro in Chicago loopt voor een groot deel boven de grond. Deze “L”-train is in sommige delen van de stad 24/7 actief en vervoert dagelijks zo’n 750.000 mensen.


Monument with Standing Beast…


Het Oriental Theatre uit 1926, nog steeds in gebruik:


Lunch voor tussen de middag: jalapeño chips en Crystal Pepsi. De doorzichtige cola is een limited edition en wordt maar 8 weken verkocht:


In het centrum is een grote mural van Muddy Waters te zien. Hij verhuisde in de jaren 40 naar Chicago en stond aan de bakermat van de blues rock:


Het Chicago Theatre uit 1921 komt regelmatig terug in films en TV-series. Het was een van de eerste bioscopen in de VS:


Aan 32 South State Street zit een Jordan winkel. Boven de winkel zit een gym, Station 23, waar getalenteerde highschool basketballers uit de regio mogen trainen. 

Uiteraard hebben ze in de winkel ladingen schoenen, t-shirts en andere Jordan artikelen, maar ook wat oude schoenen, met de designschetsen erbij:


Chicago was vroeger het begin van Route 66, de snelweg van 3945 kilometer lang die eindigt in Santa Monica aan de westkust. Op weg naar St. Louis zullen we er nog een stuk overheen rijden…


In Millennium Park hebben we een tijdje zitten kijken bij de Crowd Fountain. Er staan twee 15 meter hoge torens in een zwart granieten bad. Op de schermen in de fontein worden foto’s van locals getoond. Er zijn de hele dag door kinderen aan het spelen in het water:


Het hoogtepunt van Millennium Park is de Cloud Gate. Dit kunstwerk is 20 meter breed en 10 meter hoog. Het is gemaakt van 168 gepolijste roestvrij stalen platen:

’s middags zijn de we Magnificent Mile afgelopen. Dit is de grootste winkelstraat van Chicago die van noord naar zuid door de stad loopt. Aan de noordkant staat de Chicago Water Tower uit 1869. De toren is 47 meter hoog:


Op weg terug naar het hotel zijn we nog even bij de Holy Name Cathedral, uit 1875 binnengelopen. Van buiten mooier dan van binnen:


’s avonds zijn we bij Shake Shack gaan eten. Deze keten is ooit begonnen als een kraampje in Madison Square Park in New York. Nu hebben ze meer dan 100 vestigingen. Hamburger, friet en bier, wat wil je nog meer?


Na het eten zijn we met de metro naar United Center gegaan. Eerst helaas de verkeerde kant op gegaan, waar ik pas na een kwartier achter kwam…


… maar uiteindelijk kwamen we rond een uur of acht alsnog bij het stadion aan:


Ik wilde erheen om het Michael Jordan standbeeld te zien. Toen we zaten te eten was toevallig op TV dat hij binnenkort tijdelijk weggehaald zou worden omdat ze de boel gaan verbouwen, maar gelukkig waren we nog op tijd:


Chicago White Sox
Dat was me het nachtje wel. Gasten in de kamer tegenover ons vonden het normaal om met twee personen een kamer te huren en dan vrolijk een man of 10 uit te nodigen voor een feestje. Uiteindelijk zijn ze rond 05:30 het hotel uitgetrapt, maar ja, de nacht was toen wel voorbij.

We wilden vanochtend een stukje gaan fietsen, maar toen we buiten kwamen begon het meteen fiks te regenen, dat begon lekker...


Gelukkig zijn het hier vaak korte buien, dus een minuut of 20 later konden we verder. Eerst maar naar de Navy Pier gegaan. De pier is een kilometer lang en het is de best bezochte attractie in Chicago. Dat zal dan waarschijnlijk ’s avonds zijn, want toen wij er waren was het erg rustig. Buiten stond een fontein waar families met kinderen bezig waren:

Op de pier is een overdekte tuin, de Crystal Garden, die wordt gebruikt voor evenementen:

Achterop staat nog een reuzenrad, maar doordat het nog steeds flink waaide was deze voorlopig gesloten. Die hebben we dus maar overgeslagen:


Omdat het inmiddels wel wat begon op te klaren zijn we toch maar fietsen gaan huren. Aan de oostkant van de stad zijn een aantal kleine strandjes, die aan het 30 kilometer lange Lakefront Trail liggen.


Even uitpuffen van al dat fietsen:


In Grant Park staat de Buckingham Fountain uit 1927. Het is een van de grootste fonteinen ter wereld en geïnspireerd door de fonteinen bij Versailles. De fontein bevat bijna 6 miljoen liter water: 

Aan de noordkant van Lakefront Trail staat het Drake Hotel, met erachter de John Hancock Tower, van honderd verdiepingen hoog:


’s middags zijn we naar Portillos gegaan. Dit restaurant is in Chicago opgericht door Dick Portillo, die geen idee had waar hij aan begon toen hij een klein hotdogtentje opende. Uiteindelijk is het allemaal goed gekomen, want tegenwoordig heeft hij een aantal gigantische restaurants en sta je zo een kwartier in de rij voor een broodje:


Dit weekend is in Chicago de jaarlijkse Air & Water Show, waarbij ze met vliegtuigen komen stunten. Ze stijgen op in Gary, en vliegen dan over het meer en de stad. Heel bizar om te zien, en vooral te horen, die straaljagers die tussen de gebouwen doorvliegen:


Op vrijdag zijn ze de hele ochtend aan het oefenen geweest, dus daar hebben we een tijd naar zitten kijken. De US Air Force Thunderbirds deden een paar mooie formaties: 

’s avonds zijn we naar een wegstrijd van de White Sox gegaan. Ze spelen op U.S. Cellular Field, vanaf waar je goed uitzicht op de skyline van Chicago hebt: 

De wedstrijd vanavond is tegen de Oakland A’s. Beide teams staan ergens onderaan, het stadion is dan ook maar voor de helft gevuld:


Chicago heeft uiteindelijk met 9-0 verloren.


Dit was alweer de laatste dag in Chicago, morgen gaan we richting St. Louis, Missouri.

Missouri
We hadden net uitgecheckt in Chicago toen het begon te stortregenen, dus lekker in de regen de auto inladen. Die regen bleef de hele dag door terugkomen, zodat we er flink langer over gedaan hebben dan verwacht. De rit van Chicago naar St. Louis gaat op sommige stukken over de oude route 66.

Onderweg kom je nog langs een paar oude tankstations. Amblers Texaco Gas Station uit 1938: 

En het Standard Oil Gas Station uit 1932, waar tegenwoordig een VVV in is gevestigd: 

Onderweg zagen we deze auto, die net weg ging. Hij maakte een hoop herrie en het zag er niet naar uit dat hij daarmee ver zou komen in z’n kruistocht door Amerika: 

Het laatste tankstation was het Soulsby Shell Service Station uit 1926. Ooit gestart door een mijnwerker die door een ongeluk niet meer in de mijn aan het werk kon:

Twee oude benzinepompen voor de deur:


’s avonds hebben we nog een kort rondje door de buurt gelopen. Om de hoek van het hotel stond dit standbeeld bij een investeringsbank op de stoep:


Binnen in The Old Courthouse:


De grote trekpleister van St. Louis is natuurlijk de Gateway Arch…

De boog is 190 meter hoog en staat aan de oever van de Mississippi. Hij is opgeleverd in 1965. Je kan met een lift naar de top, waar 32 ramen in zitten: 

Een aantal jaar geleden hebben ze Citygarden geopend. Een kleine beeldentuin in het centrum van de stad.


Pinocchio:


Een beeld dat later is toegevoegd: Big Suit, van een Oostenrijkse kunstenaar. 

En tot slot een Nederlands tintje met een konijn van Tom Claassen:


Saint Louis
Heerlijk weertje vandaag, bijna 30 graden, strak blauwe lucht.


Vanochtend zijn we de Gateway Arch opgegaan. In elke poot zitten 8 kleine liftcabines waar 5 mensen in kunnen. Een beetje claustrofobisch, omdat je niks ziet in de tijd dat je naar boven gaat. De cabine wiebelt aardig op en neer als hij door de ronding van de poot gaat: 

De ark is het grootste monument in de VS. De bouw zou vandaag de dag 190 miljoen dollar kosten. De bouw is in 1963 begonnen en eigenlijk zou de boog in 1964 geopend worden, maar de bouw liep uit tot 24 juli 1967.


Als je op 192 meter hoogte zit kan je voorover gaan liggen op een van deze 16 raampjes. Aangezien er niks “onder” zit lijkt het dan alsof je gewoon boven de stad zweeft. Ik heb ondertussen op aardig wat hoge torens en gebouwen gestaan, maar dit was wel de coolste ervaring tot nu toe. 

Het uitzicht van bovenaf, met The Old Courthouse en de bouwput eromheen…

… en het stadion van de St. Louis Cardinals:


’s middags zijn we wat in de buurt gaan cruisen, in Chesterfield lag The Awakening; een 25 meter lang standbeeld van een reus die uit de grond probeert te klimmen: 

De Cathedral Basilica of Saint Louis uit 1914 is in 1997 door Paus Johannes Paul II tot basiliek verheven:


Buiten staat een standbeeld: “The Angel of Harmony”, dat symbool staat voor harmonie, vrede en raciale gelijkheid:


De binnenkant van de kerk bestaat uit 41,5 miljoen stukjes mozaïek, die 7700 vierkante meter beslaan. Het is het grootste mozaïekverzameling ter wereld:


’s middags hebben we een tour door de Budweiserfabriek gedaan: 

De brouwerij is in 1852 geopend door de Duitse immigrant Adolphus Busch.

Bij de brouwerij hebben ze een aantal van hun bekende Budweiser Clydesdales paarden staan. De paarden worden gefokt op een boerderij bij St. Louis.

Vroeger werden de paarden gebruikt om een bierwagen te trekken: 

Halverwege en aan het einde van de tour mocht je een biertje proeven. Dat hebben we natuurlijk niet afgeslagen!


’s avonds nog even een keer naar de Arch kijken en dan zit St. Louis erop. Morgen naar Louisville… 

Louisville
Toen we vanochtend weg wilden rijden uit de parkeergarage van het hotel werd de weg versperd door een havik die een duif zat te eten. Hij zat voor de auto en vloog pas op het allerlaatste moment weg, met z’n ontbijt:


We stonden al om 9 uur voor de deur van Chocolate Chocolate Chocolate; een chocoladefabriekje in St. Louis, om de eerste tour van de dag te doen:


Bij de factory tour lieten ze zien hoe de chocola gemaakt wordt. Ze maken 3000 chocolaatjes per dag op een productieband. Alles wordt met de hand gedaan. Deze man is de pindarotsjes uit een bak aan het vissen voordat de volgende laag chocola eroverheen kan:

Uiteindelijk verkopen ze zulke chocolaatjes:


Toen we een eindje op weg richting Louisville waren, reed er aan de andere kant van de snelweg een rij politieauto’s en motoren. Vanochtend was op tv dat ze het lichaam van een gesneuvelde soldaat naar het kerkhof aan het begeleiden waren. Best indrukwekkend, allemaal mensen langs de weg: 

Halverwege de rit hebben we nog een korte stop gemaakt in Santa Claus, Indiana. In dit dorpje komt de post die aan de kerstman wordt verstuurd terecht. Ze hebben er een grote kerstartikelenwinkel en verschillende andere zaakjes die de naam van Santa uitmelken:


Niet heel veel te doen verder dus we zijn met piepende bandjes doorgereden naar French Lick, Indiana. Een stadje met een kleine 2000 inwoners waar basketball legende Larry Bird vandaan komt:

In een restaurantje aan de hoofdstraat hebben ze een aantal bekers in vitrines staan: 

En ze hebben zijn schoenen en shirt van de Olympische Spelen in 1992, het Dream Team met Michael Jordan en Magic Johnson, staan:


Tegen het eind van de middag kwamen we aan in Louisville. Bij de rechtbank in het centrum stond een cameraploeg opnames te maken. Ze keken een beetje pissig, dus ben maar niet gaan luisteren waar het over ging:


Door het centrum heen staan van deze paardenbeelden. De Gallapalooza Sidewalk Derby, een kunstproject:


’s avonds zijn we nog even bij het water gaan kijken. The Belle of Louisville is de oudste nog werkende stoomboot in de VS:


Voor de deur van het 21c Hotel staat een gigantisch gouden beeld van David, geïnspireerd op het beeld van Michelangelo:


En een mural bij ons hotel voor de deur:


Loo-a-vul
Ze spreken Louisville nogal merkwaardig uit hier...


Vanochtend zijn we naar de Jim Beam American Stillhouse gegaan.

Bourbon mag alleen in Amerika gemaakt worden en 90% van alle bourbon wordt in Kentucky geproduceerd. Jim Beam neemt daarvan 30% voor z’n rekening. Je kunt een tour van een uur door de fabriek krijgen, waarbij je een eigen fles mag bottelen: 

Aan het eind van de tour mocht je een paar soorten proeven. Elk opslaggebouw bevat 20.000 vaten, dus da’s nog flink doordrinken.


Rond de middag zijn de naar Churchill Downs gegaan; de paardenracebaan waar jaarlijkse de Kentucky Derby wordt gehouden met 3-jaar oude renpaarden: 

Er komen ruim 160.000 mensen op af, waarbij het een sport lijkt te zijn om zo apart mogelijk gekleed te gaan:


Het stadion heeft 57.000 zitplaatsen en ruim 100.000 staplaatsen. Een kaartje kost minimaal $60. Je kunt alleen met cash wedden op de paarden. In de week van de Kentucky Derby schijnt er meer dan $100.000.000 cash geld van hand te wisselen:


Het winnende paard krijgt een rozenkrans met 554 rode rozen om. De derby staat ook wel bekend als “The Run for The Roses”:


De winnaar van afgelopen jaar was American Pharoah, een paard waarmee meer dan $8.000.000 bij elkaar geracet is:


Op weg terug zijn we langs het huis waar Muhammad Ali is opgegroeid gereden. Een klein huisje in een zwarte wijk:


Een paar straten verder stond nog een auto te koop:


’s avonds zijn we naar White Castle gegaan. Een hamburgerketen die bijna 100 jaar geleden is geopend. De burgertjes die ze verkopen noemen ze sliders. Ze zijn vrij klein en je krijg er dan ook 3 bij een menu:


Getting Lucky in Kentucky…


Ze hebben hier 10 volledig elektrische bussen rondrijden, die op verschillende plekken in de stad bijladen. Na 10 minuten laden kunnen ze weer 2 uur rijden:


Gateway to The South
Op de laatste dag in Louisville zijn we naar de Louisville Slugger Museum & Factory geweest. Voor de deur staat een 36 meter hoge honkbalknuppel, die 30.000 kilo weegt:

Binnen hebben ze een aantal tentoonstellingen, van bekende honkballers met hun favoriete knuppel. En ze hebben een machine die een 130 km/uur bal op je afschiet: 

Je krijgt een 30 minuten durende tour door de fabriek. Ze maken hier 3000 knuppels per dag, of een goede 1,8 miljoen per jaar. Ze kunnen meer dan 8000 verschillende types produceren. De meeste MLB-spelers gebruiken rond de 120 knuppels per seizoen.


Voor de deur stond een Captain America, gemaakt van auto onderdelen: 

’s middags zijn we naar het Muhammad Ali Center gegaan; het museum voor Muhammed Ali, die in Louisville opgroeide:


In het museum draaide een film over het leven van Ali, en ze hadden een aantal items uit z’n carrière tentoongesteld. De jas, die hij van Elvis heeft gekregen toen hij in 1973 in Las Vegas bokste:


Ali heeft de $3000 kostende jas één keer aangehad voor een gevecht, en verloor.

Het verhaal gaat dat Ali, toen hij thuiskwam na in 1960 goud te hebben gewonnen op de Olympische spelen, nog steeds bij een White Only Restaurant werd geweigerd omdat hij zwart was. Uit woede zou hij zijn medaille in de Ohio River hebben gegooid… of, hij heeft hem per ongeluk met het vuilnis weggegooid, maar dat verhaal is net wat minder mooi… 

Het laatste waar ze in Kentucky trots op zijn: KFC. Ruim 86 jaar geleden gestart in een klein dorpje ten zuiden van Louisville, nu meer dan 19.000 vestigingen wereldwijd. De naam KFC werd ergens in de jaren 50 verzonnen, omdat het zou verwijzen naar Southern Hospitality.

Als afsluiter van 3 dagen Louisville: Kentucky Bourbon Barrel Ale. Een biertje dat 6 weken in een bourbon-vat heeft gezeten:


I Am Indy
Het Bad Boy Reunion concert in Cincinnati is gecanceld. Dat komt eigenlijk wel goed uit, want dan kunnen we toch twee nachten in Indianapolis blijven. Vanochtend mooi rustig aan gedaan, outletje bezocht…


… en toen naar Indianapolis:


Het Indianapolis Soldiers and Sailers Monument van 86 meter hoog, ter nagedachtenis aan de veteranen van Indiana die in oorlogen hebben gediend:


’s avonds zijn we naar het eerste concert van Kanye West’s Saint Pablotour geweest. Slecht geregeld allemaal: deuren zouden om 19:30 open gaat, wat al vrij laat is. Uiteindelijk mocht iedereen pas om 20:30 naar binnen.


Er gingen al geruchten dat het alsnog afgelast zou worden, maar gelukkig hadden we niet voor niks staan wachten. Er was geen “echt” podium in de zaal: Kanye stond de heel avond op een platform dat van links naar rechts boven de vloer op en neer ging: 

Op zich leuk verzonnen, maar mensen met staanplaatsen waren minder blij gok ik: die zagen vooral de onderkant van een platform.


The Racing Capital of The World
Indianapolis, ze noemen zichzelf de Racing Capital of The World, dus dan moet je natuurlijk naar de Motor Speedway:


De oorspronkelijke racebaan is gebouwd in 1909. Er is tegenwoordig plaats voor 235.000 mensen op de tribune en nog eens 165.000 op het gras tussen de baan. Tijdens de race hebben ze hier vaak concerten op het middenveld.


De baan is 2,5 mijl lang. De originele baan bestond uit 3,2 miljoen klinkers. Nu is daar een asfaltlaag overheen gelegd, maar bij start-finish is nog een meter van de oude bestrating zichtbaar in de Yard of Bricks:


Het museum dat bij de baan gevestigd is geeft tours over het terrein. Je komt hierbij in de persruimte:


De Panasonic Pagoda, tegenwoordig een gebouw van 60 meter hoog. Het oorspronkelijke gebouw uit 1913 was gebaseerd op een Japanse pagode. In dit gebouw zitten onder andere race control, commentaarposities en timing- en scoringspersoneel:


En in de ruimte waar tijdens de race de wedstrijdleiding zit. Normaal gesproken hangt het hier vol met monitoren, waarbij ze de hele baan in de gaten houden. Als een auto niet op tijd op de volgende monitor verschijnt weten ze dat er waarschijnlijk iets aan de hand is:


De Gasoline Alley, waar de garageboxen van alle teams zich bevinden:


Aan het einde van de tour ga je in een busje een rondje over de oval:


Op het middenveld liggen de bochten van de oude formule 1 baan nog, die hier van 2000 tot 2007 langskwam:


De winnende indycar van Juan Pablo Montoya uit 2015. Hij legde de 805 kilometer in 3 uur en 5 minuten af. Een gemiddelde snelheid van 260 kilometer per uur. De eerste Indy 500 duurde 6 uur en 42 minuten. De tijd was ook bepalend voor de afstand: ze wilden een race waarbij iemand de hele dag vermaak zou hebben, vandaar 500 mijl.


De racetrack ligt 10 kilometer van downtown Indiana. Tegenwoordig een kort ritje met de auto. In de tijd dat de eerste races hier gereden werden kwamen mensen nog met de trein:


’s avonds opeens piepende telefoons: flashfloodwaarschuwing voor de regio. We zaten net in de auto op weg naar een winkel en het ging inderdaad behoorlijk los!


Air Force & Amish
De langste rit van de vakantie. Van Indianapolis naar Cleveland, via Amish Country. Een goede 600 kilometer rijden, maar wel met een aantal leuke stops onderweg. Eerst naar Richmond om een paar Square Donuts te halen:


Ik denk dat ze er nooit toeristen in de winkel krijgen, want de meisjes achter de balie vroegen zich af waarom we in Richmond terecht waren gekomen. “Square Donuts”, was het antwoord. Lang leve internet, waar je dit soort zaakjes vindt:


Van Richmond zijn we naar Dayton in Ohio gereden, waar het National Museum of The United States Air Force staat. Het heeft een van de grootste collecties ter wereld, met meer dan 360 vliegtuigen en raketten, uitgestald over 4 verschillende hangars. Toegang is gratis, dus wat wil je nog meer?


Een B-24 bommenwerper, in een lichtroze tint, voor woestijnmissies in Afrika:


Een Spitfire, uit 1953, gebruikt in Australië:


Een model van een B-41 thermonucleaire bom. Bij ontploffing zou er een vuurbal van 6,4 kilometer doorsnee ontstaan:


De North American XB-70 Valkyrie is een prototype bommenwerper die op een hoogte van 21 kilometer een snelheid van meer dan 3600 kilometer per uur kon bereiken. Er zijn twee prototypes van gebouwd. De andere is gecrasht:


En geen US Air Force zonder drones. De MQ-1B, op afstand bestuurbaar met 4 hellfire antitankraketten aan boord:


Om de dag nog een beetje gezellig te houden zijn we ’s middags naar de Amish gegaan. In Holmes County is de grootste Amish-community van de VS, waar ongeveer 36000 Amish wonen. Hier geen auto’s, maar paard en wagen op de parkeerplaats:


En ook als je rondrijdt moet je regelmatig even flink in de ankers omdat er een buggy langs de weg rijdt. Een buggy gaat rond de 10-12 kilometer per uur, ook op wegen waar je met de auto 90 mag:


Bij Yoders Amish Home hebben we een tour gedaan. Ze hebben hier een klein schooltje. De Amish-kinderen gaan maar naar school tot groep 8, daarna gaan ze vaak al werken.


Dan kan je beter nog een paar jaar op school zitten zou ik denken:


De schuur, met de wagens ervoor. De grijze wagen is een kerkwagen, waarmee ze bij mensen thuis kerkdiensten verzorgen. Woonkamer leeg, bank erin en gaan met die banaan:


Amish willen niet gefotografeerd worden en ook hun poppen hebben geen gezicht, omdat je door een foto het individu verheft boven de groep:


De woonkamer in het oude huis:


Een meisjeskamer, met handgemaakte quilt en goed advies: Live Well, Laugh Often, Love Much:


De kledingkast met verschillende handgemaakte jurken. Allemaal vrijwel hetzelfde model, maar een andere kleur voor verschillende gelegenheden:


De kapps en bonnet die vrouwen dragen. De bonnet, aan de linkerkant, wordt buiten gedragen om de kapp die eronder zit te beschermen:


Handgemaakte sandwich spread en andere “lekkernijen”. We hebben een potje Chunky Cinnamon Pickles meegenomen, thuis maar eens kijken hoe dat smaakt:


Believeland
LeBron James, sterspeler van de Cavaliers die afgelopen seizoen eigenhandig het kampioenschap voor Cleveland binnenhaalde. LeBron is geboren in Akron, een voorstad van Cleveland. Hij begon in 2003 als rookie bij de Cavaliers, om vervolgens van 2010 tot 2014 naar de Miami Heat over te stappen. In 2014 kwam hij terug, met als missie om de stad een kampioenschap te bezorgen en een jaar later is het hem gelukt:


Het centrum van Cleveland staat vol met grote plastic beelden. Er zijn er 376 verdeeld over de stad:


Ze zijn ontworpen door een Italiaanse kunstgroep en bedoeld om het centrum op te fleuren:


Het Stadhuis van Cleveland uit 1916, met de kampioenschapsbanner van afgelopen juni. Ze hebben alle reden om blij te zijn: Cleveland heeft drie professionele sports teams (NFL, MLB en NBA) en dit was voor het eerst sinds 52 jaar dat er één een kampioenschap heeft gewonnen.


In Willard Park staat de Free Stamp. Een stempel van 8 meter hoog, ontworpen door Claes Oldenburg en Coosje van Bruggen.


In navolging van andere steden heeft Cleveland ook een selfie-sign laten ontwerpen. Er staan er drie verdeeld over de stad. Deze staat bij de Rock & Roll Hall of Fame:


Rondom de Hall of Fame staan een aantal grote luidsprekers in de straat. Het lijken kunstwerken te zijn, maar soms beginnen ze spontaan snoeihard muziek te spelen. Dan schrik je je kapot:


De Hall of Fame is opgericht in 1983 en het museum is sinds 1995 in Cleveland gevestigd en sinds de opening zijn er meer dan 10 miljoen bezoekers geweest. Ze hebben niet alleen tentoonstellingen over Rock & Roll, maar ook van andere populaire artiesten. Ze hebben het jasje dat Michael Jackson droeg toen hij 8 Grammy Awards won in 1984:


En zijn jasje van de opnames van We Are The World in 1985. Op het bordje bij de opnamestudio stond “Leave your egos at the door”, maar dat betekende natuurlijk niet dat je geen glitterjasje aan kon doen:


Een aantal outfit van Beyonce, waaronder die van de Superbowl en de Single Ladies videoclip:


Sinds dit jaar is N.W.A. opgenomen in de Hall of Fame. Bij de tentoonstelling hadden ze kleren van Snoop en Jay-Z:


Een Mick Jagger outfit van de Steel Wheels tour in Amerika:


Een diskette van Prince, waarop het font stond om het Symbol te maken. Na installatie werd de hoofdletter P vervangen door een 


En een paar poppen die gebruikt zijn bij Pink Floyd’s The Wall:


De Fountain of Eternal Life, met een 11 meter hoog beeld van een man die vlammen van oorlog ontvlucht en ontsnapt naar de hemel voor eeuwige vrede:


Always Believe, van de Nike campagne rondom de NBA Playoffs:


Het Soldiers’ and Sailors’ Monument. Een gigantisch groot kunstwerk voor de soldaten die zijn omgekomen in de Civil War:


The Arcade uit 1890, een van de de eerste indoor winkelcentra van Amerika. Het glazen dak is 91 meter hoog:


Door heel Cleveland heen staan 3-meter hoge beelden van gitaren. Ze worden door lokale kunstenaars beschilderd en uiteindelijk geveild voor het goede doel. Deze staat voor ons hotel in het centrum:


CLE
Vanochtend zijn we nog even bij de team shop van de Cavaliers gaan kijken. Hij zit in de Quicken Loans arena, waar 20.000 man in kan: 


Leuke dingen te koop, maar ja, de kofferruimte is helaas beperkt…


Aan het eind van de ochtend zijn we naar de universiteit hier in de buurt gereden. Een van de gebouwen is ontworpen door Frank Gehry:


Het Peter B. Lewis Building, genoemd naar de directeur van Progressive Insurance, die $37.000.000 van het $62.000.000 kostende gebouw heeft betaald. Een koopje, voor zo’n naambordje:


Daarna zijn we naar het vlakbij gelegen Lake View Cemetery gegaan. Hier ligt de 20e president van de Verenigde Staten begraven. Het memorial is gebouwd in 1890 en de toren is een meter of 55 hoog:


James A. Garfield werd in 1881 vermoord op een treinstation in Washington. De man kwam uit Ohio.


De kisten van de president en zijn vrouw staan in een crypte onder het gebouw:


Een ander bekend graf op de begraafplaats is die van Francis Haserot. Er staat een koperen beeld op het graf: “The Angel of Death Victorious”, van een engel met een omgekeerde fakkel in haar handen. Doordat het koper door de jaren heen van kleur is veranderd lijkt het net alsof er tranen uit de lege ogen stromen. Een creepy beeldje was het:


Aan het eind van de middag zijn we naar Edgewater Park gereden. Een klein parkje aan Lake Erie, waar blijkbaar marmotten rondlopen:


In het parkje waren een aantal mensen aan het paragliden. We hebben er een tijdje zitten kijken en zijn toen teruggegaan naar het centrum. Morgen terug naar Canada: Niagara Falls.


Niagara Falls
Het laatste dagje in Amerika. Vanochtend rond een uur of 9 uit Cleveland vertrokken. De tolweg vermeden en door wat dorpjes en wijngaarden naar Niagara Falls toe. Bij de grens konden we praktisch meteen doorrijden, dus we waren rond een uur of één al bij het hotel. Inchecken kan pas vanaf 16:00 dus meteen maar bij de watervallen gaan kijken:


Er stoomt gemiddeld 110,000 m3 per minuut van de watervallen af:


’s middags hebben we de Journey Behind the Falls gedaan. Je gaat hiermee met een lift omlaag naar een platform aan de zijkant van de Horseshoe Falls.


En er zijn twee tunnels die een meter of 50 achter de waterval uitkomen, al is daar dan uiteindelijk weinig te zien, op snel naar beneden vallend water na. Het uitzicht vanaf het platform is wel mooi:


De Horseshoe Falls zijn 57 meter hoog. De bootjes, die naar de voet van de waterval gaan, varen af en aan:


Wel mooi om te zien. Het water komt van Lake Erie. Ze hebben berekend dat het nog 50.000 jaar zal duren voordat de rivier zover is uitgesleten dat er geen watervallen meer zijn…


… we kunnen in de toekomst dus nog een keer terug komen:


Vorige keer zaten we in de Embassy Suites, dichter bij de Horseshoe Falls. Nu zitten we in Sheraton on The Falls. Dichter bij de Amerikaanse watervallen en bij Clifton Hill. Clifton Hill is de toeristische hoek van Niagara.


Er zijn allerlei attracties. Spookhuizen, minigolf…


… het Niagara Skywheel. Een reuzenrad van 53 meter hoog.


Een rondje in het reuzenrad duurt een kwartier. Je hebt mooi uitzicht over de watervallen en Clifton Hill:


Vanaf de kamer is het uitzicht ook niet slecht:


Vanaf 20:30 worden de watervallen verlicht door 21 xenonlampen:


On to The Next One
Zo, een laatste dagje in Toronto. Voor we naar het vliegveld konden nog maar even langs de mall gegaan, je moet wat, met je tijd…


Vanuit het vliegtuig nog een laatste blik op de stad en toen zat het er alweer op…

… tenminste, wat USA en Canada betreft, want thuis wat spullen uitgepakt en toen meteen de auto ingestapt om naar Hamburg te rijden: